oppikken

{{oppikken}}{{/term}}

1 [meenemen] prendre

2 [aan boord nemen] repêcher

3 [onthouden, leren] apprendre

4 [met de snavel opnemen] picorer

♦voorbeelden:

1   de politie pikte de dief op • la police a cueilli le voleur

     een lifter oppikken • prendre un auto-stoppeur

     waar heb je dat opgepikt? • où as-tu déniché cela?

2   schipbreukelingen oppikken • repêcher des naufragés

¶   een uitzending oppikken • capter une émission

Deens-Russisch woordenboek. 2015.